Jonge kinderen zien ‘alles’ en hebben een groot gevoel voor detail. Kunstdocent Clementine Oomes zoomt in op de wereld van insecten, onderkruipsels en klein gesuis. Zij neemt vergrootglazen en insecten mee in de klas, echte insecten in hars gegoten. De kinderen bekijken de insecten nauwkeurig en tekenen ze na. Ze kijken naar voelsprieten, onderzoeken tentakels, glimmende schildjes en harige kriebelpootjes.
In de tweede les maken de kinderen collages van afbeeldingen van vele diersoorten.
Ze knippen in alle vrijheid de onderdelen uit. Ogen, vleugels, poten, en zo kan een zwemvlies in een keer als borstschild dienen. Er ontstaan kleurige grappige fantasiebeesten.
De laatste les worden de fantastische dieren in het zonnetje gezet. Details worden aan de beesten toegevoegd, de kinderen werken met kraaltjes, pailletten, krijt en aquarelpotlood. Welk onderdeel van het dier valt extra op en hoe ziet de omgeving eruit? Ter afsluiting van de les worden de kriebelbeesten uitgestald en gepresenteerd als leporello, een ware kriebelbeestparade!